
Hechtingspatronen
In veel landen wordt hechting vaak onderzocht bij kinderen — om te begrijpen hoe ze zich hechten aan hun ouders of verzorgers. Maar hechting is niet alleen iets van de kindertijd. Ook in je volwassen leven speelt hechting een grote rol: in hoe je je verbindt met je partner, hoe je reageert in intieme situaties, en hoe je als ouder beschikbaar bent voor je eigen kinderen.
Misschien ben je opgegroeid zonder een duidelijke, veilige basis. Je ouders waren er emotioneel niet voor je, of je moest als kind zelf je weg zien te vinden in moeilijke of stressvolle situaties. Soms waren het juist je broers of zussen die onveilig aanvoelden — door afwijzing, pesten, agressie of afwezigheid op cruciale momenten. Wanneer je in je jeugd weinig ervaring hebt opgedaan met een liefdevolle, beschermende omgeving, kan het zijn dat je bepaalde ‘hechtingsvaardigheden’ nooit volledig hebt ontwikkeld.
In relaties merk je dat bijvoorbeeld doordat je het moeilijk vindt om anderen écht te vertrouwen. Misschien heb je als kind geleerd dat je het toch zelf moet doen. Je hebt ooit om steun gevraagd, maar die kwam niet. Dus leerde je jezelf af om nog te vragen — en ging je over op overleven. Als volwassene betekent dit vaak dat je je afsluit, alles zelf doet, en moeite hebt om je open te stellen. Je vertrouwt jezelf, maar durft de ander niet écht toe te laten. Dit noemen we een afwijzend hechtingspatroon.
Het tegenovergestelde komt ook voor. Je hebt geleerd dat de wereld om je heen onveilig is, en dat je alleen bij je ouders of verzorgers terecht kunt. Misschien kreeg je weinig ruimte om op eigen benen te staan of om te ontdekken wie je bent. Waren je ouders zelf een beetje angstig, waren ze te beschermend of had je helikopterouders. Hierdoor kun je als volwassene sterk afhankelijk zijn geworden van bevestiging en nabijheid van anderen. Je raakt snel onzeker of voelt je afgewezen wanneer de ander niet reageert zoals je verwacht of nodig hebt. Je hebt dan voortdurend bevestiging nodig, ook als er feitelijk niets aan de hand is. Dit noemen we een gepreoccupeerd (angstig) hechtingspatroon.
Een verstoord of onvolgroeid hechtingspatroon komt in veel vormen voor. Het kan zich uiten in relatieproblemen, conflicten in het gezin, moeite met grenzen, jaloezie, emotionele afhankelijkheid of juist emotionele afstand. Ook op het werk of in vriendschappen kun je er last van hebben, bijvoorbeeld door controlerend gedrag, wantrouwen, egoïsme of neerslachtigheid.
Daarom is het onderzoeken van een hechtingspatroon juist zo belangrijk voor volwassenen. Of je nu komt voor relatietherapie, gezinstherapie of persoonlijke groei: inzicht in je eigen hechtingspatroon helpt je om meer grip te krijgen op de manier waarop jij verbinding aangaat — en waarom dat soms zo ingewikkeld is. Ook voor ouders met jonge kinderen kan het inzicht geven. Het kan helpen voorkomen dat we onbedoeld een minder sterke gehechtheid doorgeven aan onze kinderen.
Wat kan ik verwachten?
In het geval je bepaalde vaardigheden op het gebied van hechting niet hebt kunnen ontwikkelen kun je ervoor kiezen ze alsnog aan te leren. Het is dus niet zo dat een hechtingspatroon voor je leven bepalend is! De uitingsvormen die hierboven genoemd worden zijn dat dus ook niet! Een zeker hechtingspatroon kan alsnog worden "verkregen" door het tekort te onderzoeken en waar nodig aan te vullen met nieuwe inzichten en ervaringen. De eerste stap in dit proces is het onderzoeken welke patronen zich in ons ontwikkeld hebben. Voor iedereen is dat anders.
Ons boek over hechting lezen
Je kunt ook eerst het boek “Vrij Gehecht” lezen van Jeroen Hoekman. Het boek vertelt ondermeer welke ingrediënten er nodig zijn om een ‘zekere’ ofwel ‘vrije’ hechting te ontwikkelen en wat voor effect het op onze relaties heeft als we tijdens onze jeugd te veel of te weinig van deze ingrediënten hebben gekregen. Vervolgens worden er per hechtingspatroon adviezen gegeven wat je kunt doen om een (meer) zeker patroon te ontwikkelen, waardoor je je relatie kan verbeteren. De tweede editie van het boek is in december uitgekomen.
Hechtingsassessment
Jeroen is een gecertificeerd "Master Judge" (bevoegd assessor en trainer) van het "Adult Attachment Projective Picture System (A.A.P.)". De A.A.P. is in 1999 ontwikkeld door Dr Carol George (Mills College universiteit en co-auteur van het Adult Attachment Interview, A.A.I.) en Dr Malcolm West. Het interview t.b.v. de A.A.P. duurt ongeveer 15-20 minuten met de client. Jeroen gebruikt de A.A.P. ook regelmatig in zijn zakelijke trainingen en workshops.